'Known groups’ validiteit van de SPARK36

Een gespreksleidraad voor vroegsignalering van ontwikkelings- en opvoedproblemen bij kinderen, tijdens verpleegkundige consulten

Auteur(s)

  • Ann Keymeulen Vlaams Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg.
  • Ingrid I.E. Staal Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
  • Marlou de Kroon KU Leuven, Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg, Omgeving en Gezondheid, Jeugdgezondheidszorg.
  • Theo van Achterberg KU Leuven, Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg, Academisch Centrum voor Verpleeg- en Vroedkunde.

DOI:

https://doi.org/10.61431/28sy1822

Trefwoorden:

Driejarige kleuter, Risico-inschatting, Ontwikkeling, Opvoeding, Validiteit

Samenvatting

INLEIDING: De SPARK36 (Signaleren van Problemen en Analyseren van het Risico bij opvoeden en ontwikkelen van kinderen leeftijd 36 maanden) is een gestructureerde gespreksleidraad voor het inschatten van zorgen en behoeften aan ondersteuning bij ontwikkelings- en opvoedproblemen, vanuit het perspectief van ouders en de jeugdgezondheidszorg-professional. Eerder werd de haalbaarheid van de SPARK36 tijdens het preventief kleuterconsult met ouders aangetoond. Deze studie evalueerde de ‘known-groups validiteit’ van het instrument. Known-groups, ook wel discriminerende validiteit genaamd, is een vorm van construct-validiteit die het vermogen meet van een instrument om onderscheid te maken tussen verschillende groepen. 

METHODE: In 2020-2021 werd een cross-sectioneel onderzoek opgezet binnen de Vlaamse Centra voor Leerlingenbegeleiding waarbij SPARK36-gegevens van driejarigen en hun ouders werden verzameld door verpleegkundigen. De known-groups validiteit werd beoordeeld door het toetsen van twee hypothesen: ‘de SPARK36 risico-inschatting is hoger bij kinderen 1) van ouders met een lagere socio-economische status, en 2) uit gezinnen met ≥4 risicofactoren voor kindermishandeling’. De hypothesen werden getoetst met de Fisher exact toets.

RESULTATEN: De SPARK36 risico-inschatting van 599 kleuterconsulten met ouders werd gemaakt door 29 verpleegkundigen. Beide hypothesen werden aanvaard (p<0.0001) en de effectgrootte varieerde van 0,18 tot 0,25.

BESCHOUWING: De resultaten in deze studie ondersteunen de hypothese dat met de SPARK36 risico-inschatting voor het vroegsignaleren van ontwikkelings- en opvoedproblemen bij driejarigen op een valide manier gebeurt. Vervolgonderzoek naar andere aspecten van validiteit en betrouwbaarheid van de SPARK36 is aan te bevelen.

Downloads

Download data is not yet available.
KAFT TJGZ artikel 15  9e 2024

Downloads

Gepubliceerd

2024-07-18

Nummer

Sectie

Artikelen

Citeerhulp

Keymeulen, A., Staal, I. I. ., de Kroon, M., & van Achterberg, T. (2024). ’Known groups’ validiteit van de SPARK36 : Een gespreksleidraad voor vroegsignalering van ontwikkelings- en opvoedproblemen bij kinderen, tijdens verpleegkundige consulten. JGZ Tijdschrift Voor Jeugdgezondheidszorg. https://doi.org/10.61431/28sy1822

Funding data