2025
Proefschriftbespreking
-
Ontrafelen van vaccinatiegedrag, een proefschriftbespreking
Dit proefschrift gaat over vaccinatiebereidheid. Vaccins zijn een van de meest essentiële en effectieve middelen voor het voorkomen en beheersen van infectieziekten. Desondanks zijn zorgen en controverses rondom vaccins de afgelopen jaren toegenomen, wat wereldwijd de uitdaging vergroot om een voldoende hoge vaccinatiegraad te bereiken.
Dit proefschrift heeft daarom twee hoofddoelen: 1) inzicht krijgen in de belangrijkste factoren die vaccinatiegedrag beïnvloeden bij verschillende vaccins, contexten en doelgroepen, en 2) de impact van een motiverende gespreksvoering interventie op vaccinatieacceptatie en -intentie evalueren.
Op basis van de bevindingen uit dit onderzoek zijn belangrijke aanbevelingen voor zowel de praktijk als toekomstig onderzoek te formuleren. Ontwikkel communicatie strategieën op maat, betrek zorgprofessionals, pak ongelijkheden aan, zet in op het verbeteren van gezondheidsvaardigheden, verlaag barrières en verbeter de vaccinatie service. Evalueer de ervaringen van mensen tijdens vaccinatieafspraken en gebruik strategieën om stress en angst te verminderen.
Artikelen
-
Vaccineren doen we samen
Vaccineren is één van de meest effectieve manieren van preventie. Toch staat niet iedereen te trappelen om een vaccin te krijgen of aan hun kind te geven. Het is zorgelijk dat de vaccinatie graad dalende is, zoals bij de DTP en de BMR.
Vanuit de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Mosa werken infectieziektebestrijding en jeugdgezondheidszorg nauw samen. Christian Hoebe en Rianne Reijs hebben als gastredacteuren van TJGZ een themaserie Vaccineren voor u vastgesteld. In dit redactioneel beschrijven ze welke artikelen u de komende weken kunt verwachten. Deze artikelen bestrijken grotendeels het proces om tot een goede vaccinatiegraad te komen.
-
Wat is Developmental Coordination Disorder (DCD)?
Dit artikel is bedoeld om kennis en inzicht over DCD buiten de academische wereld te bevorderen.
DCD komt bij 5-6% van de kinderen voor, en is daarmee één van de meest voorkomende stoornissen tijdens de ontwikkeling van kinderen. Daarom is het verrassend dat er zo weinig bekend is over DCD bij professionals in de jeugdgezondheidszorg en leerkrachten. Voor ouders is dit gebrek aan kennis frustrerend. Het doel van dit artikel is om de belangrijkste kenmerken van DCD te beschrijven om daarmee de kennis over en inzicht in DCD te vergroten. -
Verwijscriteria JGZ-richtlijn ‘Voeding en eetgedrag’ geven aanleiding tot veel verwijzingen JGZ-richtlijn Voeding en eetgedrag leidt tot veel verwijzingen
Inleiding
De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) richtlijn ‘Voeding en eetgedrag’ heeft onder andere als doel het tijdig signaleren van ( een risico op) een voedingsstoornis of eetstoornis. Op basis van consensus zijn verwijscriteria op basis van biometrische gegevens opgesteld. Het doel van dit onderzoek is nagaan tot hoeveel verwijzingen de verwijscriteria zullen leiden bij strikt toepassen hiervan.
Methoden
Een retrospectieve cohortstudie. Er is gebruik gemaakt van geanonimiseerde biometrische gegevens, verzameld bij 38.026 kinderen waarvan de ouders in Nederland zijn geboren (2012-2016, JGZ Den Haag). Per leeftijdsperiode is er voor elk verwijscriterium gericht op lengte en/of gewicht onderzocht welk percentage kinderen hieraan voldoet.Resultaten
Het percentage kinderen dat voldeed aan de verwijscriteria varieerde, afhankelijk van het criterium, van 2% (afname in gewicht-naar-lengte, 1-<4 jaar) tot 85% (afname in lengtegroei, 0 - <1 jaar).Beschouwing
Een deel van de verwijscriteria gebaseerd op biometrische gegevens leidt bij strikte toepassing tot hoge verwijspercentages. Vanwege de belangrijke rol van omgevings- en psychosociale factoren zijn anamnese en lichamelijk van cruciaal belang bij het bepalen van de vervolgstappen. Verschillende verwijscriteria dienen op korte termijn te worden aangepast. Tevens dient er een validatiestudie te worden opgezet. -
De betrouwbaarheid van de groeigegevens bij 1-21 jarigen van de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen en de Gezondheidsenquête
Inleiding
Het doel is om na te gaan of de gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen (GM V&O) en de gezondheidsenquête (GE) voldoende betrouwbaar zijn voor beleidsbeslissingen over lengte en overgewicht bij 1-21 jarigen.
Methode
Lengte en body mass index (BMI) van 21-jarigen uit de GM V&O uit 2012 en 1-20 jarigen uit de GE uit 1997, 2009 en 2010 zijn vergeleken met de groeireferenties van de vierde en vijfde landelijke groeistudies. De methodiek van data verzameling voor de GE verschilde in 2009 van die in 2010, hetgeen de reden was dat deze gegevens ook zijn geanalyseerd.
Resultaten
Binnen de GM V&O data kwamen de gemiddelde en standaarddeviatie (SD) van lengte en BMI nagenoeg overeen met de groeireferenties. Binnen de GE data werd de lengte over het algemeen overschat en de BMI onderschat en was de spreiding hoog, met name bij jonge kinderen. Binnen de groeistudies zagen we binnen alle leeftijdsgroepen een toename in het percentage overgewicht tussen 1997-2009, terwijl dit binnen de GE data niet het geval was of minder sterk.
Beschouwing
De eindlengte en BMI zijn op jongvolwassen leeftijd waarschijnlijk betrouwbaar te schatten met behulp van GM V&O. De GE data weken met name voor de jonge leeftijdsgroepen af en lijken hiermee geen betrouwbare informatie te geven over puntinschattingen en trends. Deze bevindingen werpen belangrijke vragen op over de betrouwbaarheid van zelf- of ouderrapportagegegevens bij kinderen en het gebruik hiervan voor beleidsdoeleinden.